In het boek meisje met negen pruiken kwam iets voor wat voor mij heel bekend klonk, iets te bekend eigenlijk. Wat er precies stond weet ik niet meer. Waar het op neer kwam weet ik nog wel. Nadat Sophie hoorde dat ze genezen was, dat ze schoon was, ging ze stappen, feesten. Ze voelde dat ze dat deed om te genieten, ze voelde dat ze leefde. Op dat moment besefde ze dat ze voorheen, toen ze niet wist of ze de kanker zou overleven veel ging feesten om alles te vergeten, om weg te lopen voor alles wat er gebeurde. Ik vond het een hele mooie gedachte, maar toen vroeg ik mijzelf af, waarom ga ik zo veel uit?
Zaterdag avond is mijn favoriete avond. Het is mijn avond. Wanneer ik geen feestje heb gevierd op zaterdagavond ben ik de hele week niet happy. Ik heb het nodig om op te laden, om de rest van de week door te komen. Klinkt best vreemd als ik het zo opschrijf.
Op zaterdagavond hoef ik even niet te denken aan of ik het wel kan. Wanneer ik alcohol drink kan ik net zo veel als ieder ander. Mijn hele lichaam is verdoofd en ik voel niet wat ik wel of niet moet doen, ik kan alles doen! Ik hoef geen rekening te houden met mijn lichaam en of ik niet instort vanwege de fibromyalgie. En wat een heerlijk gevoel is dat.
Blijkbaar ga ik uit om alles te vergeten, maar dat lijkt me zo raar. Ik heb het door de week altijd zwaar, en heb ook altijd wel mijn weekend hard nodig om uit te rusten. Maar dat ik elk weekend zo hard nodig heb om iets leuks te doen, waarom? Ik snap het zelf niet.
Ik weet alleen wel zeker dat andere mensen, die zoals ik chronisch ziek en vermoeid zijn, dit wel bekend voorkomt. Misschien hebben we gewoon iets leuks nodig om naar uit te kijken.